De duur van je WW-uitkering

Een belangrijk onderdeel van een ontslag of een vaststellingsovereenkomst is of je als werknemer recht hebt op een WW-uitkering. In mijn vorige artikel heb ik al uitgebreid uitgelegd aan welke voorwaarden je moet voldoen om een WW-uitkering te krijgen.

De tweede vraag is altijd, wat is de duur? Hoe lang heb ik dan recht op een WW-uitkering? Daarop ga ik in dit artikel dieper in.

In de eerste helft geef ik eerst een globale uitleg over de duur van jouw WW-uitkering, hiermee kun je snel uit de voeten. Als je precies wilt weten hoe het zit, lees dan rustig verder.

Heel kort door de bocht geldt: hoe langer je gewerkt hebt, hoe langer de duur van je WW-uitkering krijgt. Met een maximum van 24 maanden WW-uitkering.

Eerste stap om de duur van je WW-uitkering te berekenen

Allereerst moet je vaststellen of je aan de wekeneis voldoet. Als je hieraan voldoet, dan krijg je minimaal 3 maanden WW-uitkering.

Wat was ook alweer de wekeneis?

Wekeneis

Van de laatste 36 weken voordat je werkloos wordt, moet je minimaal 26 weken hebben gewerkt. Het maakt hierbij niet uit hoeveel uur per week je gewerkt hebt in deze 26 weken. Dus zelfs als je maar een uur hebt gewerkt in een week, dan telt de week gewoon mee.

Als je ondertussen ziek bent geweest of je hebt niet gewerkt vanwege een verlof (bijvoorbeeld onbetaald verlof of zwangerschapsverlof of bevallingsverlof), dan heb je dus niet gewerkt. Deze weken tellen dus niet mee voor de wekeneis. Als je wilt weten wat er precies valt onder langdurig verlof, dan kun je hier verder lezen.

Als je vrijgesteld zou zijn van werk (dat heet ook wel een non-actiefstelling) met behoud van loon, dan wordt dit wel gewoon gezien als tijd die je hebt gewerkt. Het telt dus mee in deze 26 weken.

Zijn er uitzonderingen mogelijk op deze 36 weken?

Ja. Het UWV kan bij wijze van uitzondering een langere periode nemen als referteperiode. Als je bijvoorbeeld ziek was, of zwangerschaps- en bevallingsverlof hebt gekregen, maar ook als je onbetaald verlof hebt opgenomen of ondertussen als ZZP’er (zelfstandige) hebt gewerkt. In deze situaties kijkt het UWV naar de periode daarvoor waarin je wel minimaal 26 weken hebt gewerkt.

Tweede stap

1-10 jaar werken

Als je aan de wekeneis voldoet, dan kijk je naar de volgende stap. Ieder jaar dat je hebt gewerkt, levert je 1 maand WW op. Dus als je 8 jaar hebt gewerkt, dan heb je recht op 8 maanden WW-uitkering.

Deze opbouw van 1 maand WW-uitkering per gewerkt jaar, geldt voor de eerste 10 jaar.

11- jaar werken en langer

Vanaf het 11e gewerkte jaar, dan bouw je slechts een halve maand WW op per gewerkt jaar. Met een maximum tot 24 maanden, dus de maximale duur van de WW-uitkering is 2 jaar.

Mag het iets meer zijn?

Ja, er zijn regelingen die minder karig zijn dan de wet. In sommige CAO’s staat bijvoorbeeld dat de maximale duur van de WW-uitkering maar liefst 38 maanden kan zijn. Dus pak altijd je CAO erbij of vraag je arbeidsrechtadvocaat om hier voor jou naar te kijken. Zodat je van te voren exact weet waaraan je toe bent.

Simpel toch? Ik begon mijn artikel al dat ik eerst een globale uitleg zou geven. Dit was de basis. Maar als je je er nog in wilt verdiepen, lees dan door. Ik geef dan vanaf nu de puntjes op de i.

Arbeidsverleden

Hierboven schreef ik over gewerkte jaren. Wat bedoel ik daar precies mee?

De correcte term die het UWV hanteert is “het arbeidsverleden”. En dat is het aantal weken of jaren dat je hebt gewerkt voordat je werkloos werd. Dus als je op 19 februari hoort dat je op 1 mei je baan verliest, dan is 1 mei de datum dat je werkloos bent. Hetzelfde geldt indien je op 19 februari een vaststellingsovereenkomst tekent, waarmee je op 1 mei uit dienst treedt.

Het totale arbeidsverleden is het feitelijke en het fictieve arbeidsverleden samen.

Feitelijke arbeidsverleden

Dit klinkt spannender dan het is. Dit zijn de daadwerkelijk gewerkte jaren die jij hebt gewerkt vanaf 1998 tot het moment dat je werkloos wordt.

Welke jaren mag je meetellen? Ik ga nu pietlutten om een complete uitleg te geven. Maar als ik je een compleet verhaal wil geven, dan moet je nu nauwkeurig zijn.

Eerst moet je kijken over welke periode je hebt gewerkt.

Gewerkt tot 1 januari 2013: Je mag ieder jaar meetellen als je maar minimaal 52 dagen in dat jaar gewerkt hebt en hiervoor salaris hebt ontvangen.

Gewerkt vanaf 1 januari 2013: Je mag ieder jaar meetellen als je maar minimaal 208 uur in dat jaar gewerkt hebt en hiervoor salaris hebt ontvangen.

Het jaar dat je je WW-uitkering krijgt, telt trouwens niet mee.

Naast je echte, daadwerkelijke arbeidsverleden, moet je ook kijken naar het fictieve arbeidsverleden. Hoe doe je dat?

Fictieve arbeidsverleden

Dit geldt alleen als je in 1979 of eerder geboren bent. Hiervoor bereken je het verschil tussen 1997 en het jaar dat je 18 jaar bent geworden. Dus stel dat je in 1970 bent geboren, dan ben je in 1988 18 jaar geworden. Je fictieve arbeidsverleden is dan 1997- 1988 = 9 jaar.

Al deze jaren tellen mee, ongeacht of je toen hebt gewerkt.

Ieder heel kalenderjaar geeft recht op 1 maand WW-uitkering. In mijn voorbeeld zou je dan als fictief arbeidsverleden dus recht hebben op 9 jaar WW.

Om het totale arbeidsverleden vast te stellen, hoef je alleen maar het feitelijke arbeidsverleden en het fictieve arbeidsverleden bij elkaar op te tellen. Stel dat het feitelijke arbeidsverleden 1 jaar zou zijn en het fictieve arbeidsverleden 9 jaar, dan is het arbeidsverleden in totaal 10 jaar. Je zou dan recht hebben op 10 maanden WW uitkering.

Voorbeelden

Hoe lang is mijn recht op een WW-uitkering als ik een tijdelijk contract had van 3 maanden?

Als je hiervoor niet al een andere baan hebt gehad, dan voldoe je niet aan de wekeneis. Je hebt geen half jaar (26 weken) gewerkt van de afgelopen 36 weken. Je krijgt dus geen WW-uitkering.

Als je hiervoor wel al een andere baan had, dan is het antwoord heel anders:

Stel dat je 3 maanden hebt gewerkt, toen 1 maand niet, daarna had je weer een tijdelijk contract van 3 maanden.

Je voldoet dan wel aan de wekeneis. Je hebt namelijk wel een half jaar gewerkt van de afgelopen 36 weken. De minimale WW-periode is 3 maanden, dus je zou dan recht hebben op 3 maanden WW-uitkering. Dit kan ook langer zijn.

Kan mijn WW-uitkering herleven?

Stel dat je 20 maanden recht zou hebben op een WW-uitkering en je hebt hiervan 10 maanden gebruikt. Als je dan 3 maanden tijdelijk werk zou hebben en daarna weer werkloos zou worden, dan zou de duur van jouw WW-uitkering nog 20-10-3 = 7 maanden zijn. Wie wat bewaart, die heeft wat.

Rekenhulp UWV

En wil je heel snel berekenen wat de exacte duur van jouw WW-uitkering is? Zodat je dit kunt vergelijken of dit wel klopt met mijn uitleg? Vul dan je gegevens in op de site van het UWV. Zij hebben een rekenhulp die het voor jou berekent.

Op dit artikel is de volgende disclaimer van toepassing.

Bel